Kroegregels.net

Definities

  1. ‘Het’ - Het toespelen van de kaarten waarin bepaald wordt wie er mag delen.

  2. Compromiskaart - De klaveren aas.

  3. Slag - Een toepronde.

  4. Troef - De soort kaart die leidend is.

  5. Toep - Het hebben van vier kaarten met dezelfde waarden.

  6. Armoede (in de volksmond: zwerrie, armoe, zwermoe) - het hebben van negen strafpunten.

  7. Kijken - Het meegaan indien sprake is van armoede.

  8. Mieke - De speler die de score bijhoudt.

Regels

  1. Algemene bepalingen

    1. Een pot toepen geschiedt louter met vier personen.

    2. Een rechtmatig (ook wel genoemd, ‘piket’) -stok bestaat uit het onderstaande:

      1. Van alle soorten (harten, ruiten, schoppen, klaveren) de volgende kaarten: boer, vrouw, koning, aas, zeven, acht, negen, tien.

      2. De waarde van de kaarten geschiedt als respectievelijk weergegeven in art. 2 sub a

    3. De compromiskaart - de klaveren aas - is de kaart met het meeste aanzien diens waarde tot zijn recht komt

    4. De soort waarmee uit wordt gekomen, bepaalt de troef

      1. De troef moet bekend worden, indien mogelijk.

      2. Hierin verzaken beëindigt het spel en kost de verzaker twee strafpunten.

    5. Er worden standaard vier slagen gemaakt in een ronde.

      1. De winnaar van de slag, dient de volgende slag te delen en uit te komen

      2. De winnaar van de laatste slag wint de ronde.

    6. Er wordt standaard om een strafpunt per ronde gespeeld

      1. De verliezers van de ronde krijgen allen een strafpunt.

      2. Middels kloppen (zie hoofdstuk 3) kan de inzet verhoogd worden.

    7. Een aan de slag participerende speler mag een ander op een foutieve handeling wijzen, waarna deze wordt bestraft met maximaal één strafpunt wanneer deze correct wordt bevonden. Indien incorrect, mag de onjuiste deelnemer hardhandig er op terecht worden gewezen.

      1. Tot een foutieve handeling behoort het overmatig de tijd nemen om een beurt te voltrekken dien wordt ingeluid door het aftellen van drie op de tafel, in het speelveld, gelegde vingers een voor een zichtbaar te liften.

      2. Tot een foutieve handeling behoort het onrechtmatig zichtbaar maken van de speelkaarten.

        1. Indien een andere deelnemer de vermeend zichtbaar gemaakte kaart foutief benoemt, krijgt hij een strafpunt

        2. Het gissen naar andermans kaarten is verboden

      3. Indien er geen overeenkomst gesloten kan worden omtrent het al dan niet behalen van een strafpunt  en wanneer kroegregels.net geen soelaas biedt, wordt er aan een onafhankelijk derde persoon om raad gevraagd.

        1. Indien er niemand aanwezig is die uitkomst kan bieden, wordt er gebeld met een erkend kroegregelcommissielid. Deze beslecht vervolgens het geschil geheel onafhankelijk en naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid.

        2. De uitkomst van deze uitspraak dient te worden gecodeerd in de sectie ‘antecedenten’ hetgeen betekent dat in het vervolg hiernaar rechtsgeldig gerefereerd dient te worden.

    8. Het behalen van tien strafpunten lijdt tot verlies, waarmee het spel eindigt

      1. De verliezer(s) dienen een shot te drinken tenzij voor aanvang van het spel anders overeengekomen door de deelnemers.

      2. Indien er een speler aan het einde van het spel is blijven steken op nul strafpunten (lees perfect game), drinken alle overige deelnemers een extra shot.

    9. Liegen wordt bestraft met één strafpunt.

  1. ‘Het’

    1. Op vrijwilliger basis wordt er willekeurig bij elke speler een open kaart neergelegd.

    2. Degene die de hoogste kaart heeft, dient te delen (zie hoofdstuk 3).

      1. Hierbij is de compromiskaart het hoogst. Hierna de deler is bepaald en  volgende er geen mogen kaarten worden toegediend die als indicator van het delen gebruikt worden.

    3. Indien twee kaarten dezelfde waarde hebben, moet er door gedeeld worden bij de gelijken tot er een hoogste kaart valt.

  2. Delen

    1. Alvorens er gedeeld wordt, dient er proper geschud te worden zonder de stok te doden..

    2. Twee opeenvolgende gesloten kaarten per persoon, beginnend bij de speler links van de deler, tot een ieder er vier is toebedeeld.

    3. De spelers mogen direct nadat er kaarten zijn toebedeeld, de kaarten inzien..

    4. De deler is verantwoordelijk voor een gesloten en rechtmatige stok (zie hoofdstuk 1 art 2. sub a) en de gedeelde kaarten totdat alle de kaarten zijn ingekeken en voordat de slag is geopend.

    5. Indien de deler alvorens het delen, de kaarten van de vorige slag bijeen raapt, dienen de gesloten kaarten hun verborgen waarde gewaarborgt te worden

  3. Voor het uitkomen

    1. Voor de slag geopend wordt, dient de compromiskaart aan allen getoond te worden middels de kaart open op de tafel te leggen.

      1. Deze op te leggen geschiedt door met de platte hand, palm naar onder, een strijkende beweging over de  gehele kaart te maken.

      2. Het is verboden alvorens de compromiskaart is opgelegd of teruggenomen, een andere kaart te spelen.

    2. Indien een persoon drie tienen is toebedeeld, dient hij voor de slag geopend wordt te fluiten waarmee hij ‘kans op toep’ inluidt

      1. Het fluiten heeft geen toegevoegde waarde aan het spel (lees onrechtmatig) wanneer het gefluit op de maat van de eventuele muziek wordt volbracht.

      2. De kaart waar men er geen drie van heeft, legt men open naast de stok alvorens hij de bovenste kaart van de stapel pakt.

      3. Indien de gepakte kaart de hand met een vierde tien aanvult, wint de speler onmiddellijk het spel en drinken de overige spelers een shot.

      4. Indien een deelnemer drie kaarten met dezelfde waarde is toebedeeld anders dan de tien, ligt de keuze bij hem om de vierde te wisselen (zie b).

  4. Uitkomen

    1. Degene links van de deler komt uit in de slag waarna vervolgens met de klok mee wordt gespeeld

    2. Wanneer dit de eerste slag betreft, dient dit te geschieden alvorens de deler de kans heeft gekregen zijn kaarten aandachtig te beschouwen.

  5. Kloppen

    1. Kloppen mag te allen tijde met uitzondering van art. 5 en art. 6.

      1. Een klop is geldig wanneer de knokkels worden gebruikt om het geluid te veroorzaken

    2. Het antwoorden op de klopt dient gelijk na de klop zelf te voltrekken. Hierna gaat de ronde verder volgorde-gebonden (zie hoofdstuk 5 art. 1).

    3. De andere spelers hebben de keuze om mee te gaan (zie hoofdstuk 7) en de ronde voort te zetten voor de verhoogde inzet, of te passen (zie hoofdstuk 8) voor de huidige inzet.

      1. Meegaan geschiedt middels de wijs en -middelvinger een inhalende beweging te maken richting de speler die klopte ofwel over de klop heen kloppen.

        1. Alvorens deze actie geschiedt, is het verboden de indicatie te geven mee te gaan middels verbaal

    4. Kloppen verhoogt de inzet met één strafpunt.

    5. Spelers dienen niet over hun eigen klop te kloppen.

    6. Spelers dienen niet te kloppen indien verlies, een (of meer) actieve deelnemer(s) van de slag, boven de tien strafpunten komt te staan

  6. Passen

    1. Passen geschiedt middels het gesloten opleggen van de resterende kaarten in de hand op de door de speler laatst-opgelegde kaart.

      1. Indien het de vierde kaart betreft, dient deze te worden omgedraaid zodat deze gesloten bovenop een van de opgelegde kaarten ligt.

        1. Indien er geklopt wordt in de vierde slag en verlies onomkeerbaar aanstaande is, is de actie beschreven in art. 1 sub a overbodig.

    2. Het is mogelijk te passen wanneer er niet alvorens is geklopt, mits het in eigen beurt geschied en het niet de slag-opening betreft.

    3. Na het passen doet de desbetreffende speler niet meer mee aan de slag.

  7. Armoede

    1. Armoede geschiedt wanneer een (of meer) speler(s) de vorige ronde op negen strafpunten kwamen te staan.

    2. De speler links van degene met de verst (lees meest recent) verkregen armoede, begint de ronde waarin wordt bepaald wie er ‘kijkt’:

      1. De spelers zonder armoede, hebben de mogelijkheid te kijken alvorens ze meespelen voor twee strafpunten. Ook hebben zij de keuze te passen voor één strafpunt.

      2. kijken geschiedt middels de duim en wijsvinger gesloten voor het ogen te halen, richting degene met de verst verkregen armoede, zichtbaar voor een ieder.

      3. Degene die kijken spelen voor twee strafpunten.

    3. Degene met verst verkregen armoede opent de ronde.

Mores

  1. De speler die een spel verliest geeft zijn zetel aan de toeptafel af aan de langst wachtende.

  2. Degene die instapt, stelt zich voor aan de overige drie met hand en woord.

  3. Indien de compromiskaart valt voor de slag begint, toont men respect door te applaudisseren.

  4. Indien in de eerste slag een speler met een tien opgooit, is het gepast te zingen “Tienentrekker, tienentrekker, HEU HEU”.

  5. Indien een speler voor de tweede keer met hetzelfde soort (zie hoofdstuk 1, art. 2. Sub a) uitkomt, is het gepast te vragen “Heeft men meer?”.

  6. Indien er in dezelfde ronde 3 boeren op tafel komen, is er sprake van een “Boerenfiske”. Dit mag opgemerkt worden.

  7. De shot voor de verliezende speler wordt ingeschonken/gehaald door een andere speler.

    1. De verliezende speler verlaat de tafel niet alvorens de toebedeelde shot is leeggedronken.

  8. Indien een speler objectie maakt op jegens een rechtvaardig toebedeeld strafpunt onder het motto “Dat is flauw” of dergelijke uitspraken, is het gepast dat de volgende preek gegeven wordt “Wij spelen met de kroegregels. Als je wil kleutertoepen, ga je maar aan de kindertafel zitten!”

    1. Mocht de discussie betreft de toepregels voortduren, verwijs dan naar kroegregels.net.

  9. Het informeren naar de stand betreft niet meer dan “Mieke?”.

  10. Indien men commentaar heeft op Mieke, is het gepast om als Mieke zijnde enerzijds te opperen “Wil jij anders Mieke zijn?” ofwel "Be my guest and keep the change".

  11. Indien spelers argwaan krijgen betreft het aantal strafpunten van Mieke en/of gewonnen spellen mag dit weersproken worden door een ieder met “Wie schrijft blijft”.

  12. Het is ongepast andere spelers fysiek te benaderen. Indien dit gebeurt kan dit weerlegd worden met "No touch!"